Boos staat Frans voor me. Hij is boos op alles en iedereen. Boos op school, omdat het een stomme opleiding is. Boos op mij, omdat ik hem confronteer met zijn gedrag. Boos op zijn moeder. En vooral … boos op zichzelf. Maar dat ziet hij zelf nog niet.
Frans is 18 jaar en volgt de opleiding tot Beveiliger. Nog 2 maanden en dan krijgt hij zijn diploma. Tenminste, als hij nu eindelijk zijn best gaat doen en de boel niet saboteert. De schoolleiding zit met de handen in het haar. Vanaf het eerste jaar is er altijd iets met Frans aan de hand. De eerste maanden maakte hij continu ruzie met klasgenoten. Tot vechten aan toe. Daarna richtte zijn boosheid zich vooral op de docenten. Frans was altijd overal op tegen en ging constant in verweer. Gek werden ze ervan.
Frans doet er alles aan om zijn stage te doen mislukken
Nu het einde van zijn opleiding nadert, ontstaat er een nieuw probleem. Frans probeert alles, ja echt alles, om zijn stage te doen mislukken. En niemand snapt waarom. Frans komt te laat. Of helemaal niet. Hij heeft zijn uniform niet aan, of mist een stropdas. En elke keer wordt hij weer naar huis gestuurd. Zijn docenten geven hem keer op keer een nieuwe kans. Ook zij beseffen dat het echt belangrijk is om in ieder geval een niveau 2 diploma te behalen.
Nu heeft Frans als laatste actie het V-embleem, een must op het uniform van elke beveiliger, van zijn uniform afgerukt. Zonder dit embleem mag hij helemaal geen stage meer lopen. Hij heeft dus een groot probleem.
Zo staat het ervoor als de opleiding mij vraagt met Frans in gesprek te gaan. In mijn eerste gesprek met hem vertelt hij boos dat hij deze opleiding ook helemaal niet wilde gaan volgen. Hij moest dit gaan doen van zijn moeder. Die dacht dat Frans het vanzelf leuk zou gaan vinden. En een beetje discipline leren was in haar ogen niet verkeerd voor haar zoon.
En hij wist niet eens waarom…
“Wat wilde jij dan gaan doen?”, vraag ik Frans. “Ik wil internationaal chauffeur worden”, zegt Frans. “Dat wil ik al vanaf mijn vierde jaar.” “Waarom ben je dan niet naar de opleiding Transport en Logistiek gegaan?”, vraag ik hem verwonderd. “Dat mocht niet”, zegt hij boos. “Van wie niet?”, vraag ik door. En dan komen er dikke tranen. Snikkend legt hij uit dat zijn moeder hem verboden heeft de transportopleiding te gaan doen. “En ik weet niet eens waarom het niet mohohocht”, snikt hij.
Alles wordt me ineens duidelijk. Nu snap ik waarom Frans alles tegenwerkt. Hij wíl deze opleiding helemaal niet doen. Er is hem een mooie toekomst ontnomen door het verbod van zijn moeder. Ik ben erg benieuwd naar het verhaal van zijn moeder en nodig haar, samen met Frans, uit voor een gesprek met mij.
Alles wordt me ineens duidelijk. Hij wíl deze opleiding helemaal niet doen!
Een paar dagen later spreek ik Frans en zijn moeder op school. Voordat ik mijn eerste vraag kan stellen, brandt moeder al los. Hoe teleurgesteld ze is in haar zoon dat het hem niet eens lukt om zijn opleiding goed af te maken. En hoe hij zich al sinds hij op het MBO zit, thuis misdraagt. Grote mond, slaan met deuren. Hij heeft zelfs zijn slaapkamerdeur kapot geschopt. Moeder snapt er niets van. Zo was Frans vroeger nooit. Hij was een zachtaardige, gemoedelijke jongen.
“Mijn zoon zal nooit chauffeur worden!”
Ik vertel haar dat Frans het op de opleiding niet naar zijn zin heeft. En dat hij aangeeft dat hij zelf liever een opleiding tot internationaal chauffeur was gaan doen. Na deze zin springt moeder overeind. Met haar vuisten op tafel staat ze voorovergebogen naar mij gericht. “Mijn zoon zal nooit chauffeur worden”, bijt ze mij toe. Ik schrik een beetje van haar felheid. In mijn linkerooghoek zie ik hoe Frans zich wat kleiner maakt. Ik vertel moeder dat ik schrik van haar felheid. En vraag haar op een rustige toon waarom haar zoon dat niet mag worden. Moeder gaat weer zitten en vertelt iets minder heftig. “Mijn vader was altijd internationaal chauffeur. Meestal was hij van huis. En áls hij dan thuis was, was het altijd hommeles. Mijn ouders hadden dan heel veel ruzie. Dan ging hij zich ineens met de opvoeding bemoeien. Ik wil niet dat Frans dit later zijn eigen gezin gaat aandoen.” Moeder zakt achter in haar stoel en kijkt enorm verdrietig.
Ik zie zijn moeder verzachten en realiseer me dat ik getuige ben van een bijzonder moment…
Terwijl ik nadenk over haar verhaal, neemt Frans plotseling het woord. Hij zegt dat hij blij is dat hij nu snapt waarom zijn moeder de opleiding verbood. “En is dit ook de reden waarom we geen contact meer hebben met opa?”, vraagt hij meelevend aan zijn moeder. Moeder knikt zachtjes. Samen met haar kijk en luister ik vol verwondering naar Frans. Nee, geen verwondering. Bewondering. Wat gebeurt hier? De nukkige, boze, starre Frans lijkt ineens veranderd in een volwassen man die zelf de leiding over zijn leven neemt. “Mam”, zegt hij zacht, “ik kan leren van opa’s fouten. Ik ben nu pas 18 jaar. Het zal nog jaren duren voor ik een gezin heb. Ik heb nog niet eens verkering. Ik beloof je dat ik niet meer internationaal ga rijden als ik kinderen heb.” Ik zie zijn moeder verzachten en realiseer me dat ik getuige ben van een bijzonder moment. “Mam, ik ben 18 jaar en kan dus zelf bepalen dat ik stop met Beveiliging en overstap naar Transport. Maar wil jij mij toestemming geven? Dat zou ik erg fijn vinden”, vervolgt Frans. Zijn moeder zit een tijdje verzonken in gedachten. We laten haar even. “Ik vind het nog steeds geen goed idee”, zegt ze. “Maar ik wil je niet langer tegen houden. Dat blijkt niet te werken.”
Spannend, want hij heeft de afgelopen jaren niets uitgevoerd
Met deze woorden ronden we het gesprek af. De bal ligt nu bij Frans. Spannend, want hij heeft de afgelopen jaren niets uitgevoerd. Ik ben benieuwd of hij in staat is het ook echt op te pakken.
Gelukkig blijken mijn zorgen ongegrond. Nog diezelfde dag schrijft Frans zich in voor zijn nieuwe opleiding. Hij bestelt zijn nieuwe boeken, repareert zijn slaapkamerdeur.
En hij gaat op bezoek bij opa. En net als vroeger, heel lang geleden, geniet hij weer van de verhalen die opa vertelt over zijn werk. Opa is reuzetrots dat zijn kleinzoon in zijn voetsporen gaat treden. Frans vertelt later lachend dat opa geen moment onbenut laat om hem erop te wijzen dat hij zijn familie en later zijn gezin op de eerste plaats moet stellen en niet dezelfde fouten als opa moet maken.